IEA gelooft niet in supercyclus voor olie

(ABM FN) Het Internationaal Energieagentschap heeft zijn verwachtingen voor de vraag naar olie naar boven bijgesteld als gevolg van het relatief koude weer in verschillende delen van de wereld, maar de kans op een ‘supercyclus’ is klein. Dit bleek woensdag uit een maandelijks rapport van het agentschap.

De vraag naar olie zal in de tweede jaarhelft profiteren van een economisch herstel in combinatie met een succesvolle coronavaccinatiecampagne, voorziet IEA.

Dit jaar zal de vraag naar olie herstellen met 5,5 miljoen vaten per dag, zo voorziet IEA, na een krimp van 8,7 miljoen vaten in 2020. In het vierde kwartaal van 2021 zal de vraag naar olie nog maar 1,4 miljoen vaten olie per dag lager liggen dan voor uitbreken van de coronacrisis.

In februari daalde het mondiale olie-aanbod met 2 miljoen vaten per dag, naar 91,6 miljoen vaten. Dit schreef IEA toe aan het extreme koude weer in Texas en de vrijwillige productiebeperking in Saoedi-Arabië.

De olieprijs liep op naar bijna 70 dollar per vat, aldus IEA, en wakkert de speculatie over een nieuwe ‘supercyclus’ aan. 

“Maar onze data tonen een ander beeld”, merkte het agentschap op. 

De analisten van IEA wijzen op de ruime olievoorraden, ondanks een gestage daling, en op de flinke hoeveelheid reserveproductiecapaciteit die er is. In februari had oliekartel OPEC volgens de analisten een reservecapaciteit van 7,7 miljoen vaten per dag, waarvan een groot deel in het Midden-Oosten. En de partnerlanden van OPEC, verenigd in OPEC+, hebben ook nog eens een reserve van 1,6 miljoen vaten per dag, aldus IEA, dat meent dat er dan ook meer dan genoeg olie is, opgeslagen of nog onder de grond, om de mondiale oliemarkten te kunnen bevoorraden.