Toegang tot al onze analyses en koopstips? Word abonnee
AEX
AMX
BEL20
NAS100
US30
Bekijk realtime koersen

BERNARDS WEEKLY – Cash is KING, terwijl de rente stijgt

BERNARDS WEEKLY – Cash is KING, terwijl de rente stijgt
9 jul 2017 om 12:07

Ik word altijd weer verrast door de mate waarin de markten verrast reageren. De Europese 10-jaars rente is in twee weken zo’n 0,3% gestegen (bijna een verdubbeling), vooral door de opmerking van Draghi dat de steunaankopen niet eeuwig doorgaan. Dat wisten we natuurlijk al. Toch wordt het pas in de prijs verwerkt op het moment dat er een hint van gegeven wordt. Het tijdstip waarop die hint komt (of als zodanig wordt ervaren) is echter onmogelijk te bepalen en daarom kun je er moeilijk je voordeel mee doen. Een aantal beleggers stapt al ver van tevoren uit en dat is in dit geval het beste wat je kunt doen. Dit is ook de reden dat vrijwel elke belegger sterk onderwogen is in obligaties. Maar als niemand obligaties in portefeuille heeft en de rente toch zo laag is (hoge prijs, dus verwacht je een hoge vraag), moet er iemand zijn die ze wel wil hebben.

We gaan even rekenen. De internationale aandelenbeurzen van de 47 grootste landen hebben een waarde van ca. USD 48.000 mrd (bron: MSCI ACWI). De internationale obligatiemarkten bewegen boven de USD 100.000 mrd. Hiervan neemt de Amerikaanse overheid zo’n USD 20.000 mrd voor zijn rekening. De Eurolanden nemen hiervan zo’n USD 8.000 mrd voor hun rekening.  De Amerikaanse commerciële banken hebben een totale balanswaarde van USD 16.000 mrd. Dan zijn de bankbalansjes van de FED en ECB met ieder zo’n USD 4.000 mrd toch betrekkelijk klein? Voordat QE begon, was beider balans zo’n USD 1.000 mrd. Stel dat de overige centrale banken ook ca. USD 6.000 hebben opgekocht. Heeft het opkopen van USD 12.000 mrd op al die vele duizenden miljarden invloed? Op de lange rente schijnbaar wel, of is het vooral een placebo-effect? Dit neemt niet weg dat er nog een kleine USD 80.000 mrd (nominaal) aan obligaties in handen is van niet-centrale banken. We weten dat een renteverandering van 1% op een obligatie met looptijd van 8 jaar, grofweg een waardeverandering van 8% betekent. Als de rente gaat stijgen en dus de (reële) waarde van die obligaties gaat dalen, wordt er dus nog een hoop pijn geleden. Als de totale looptijd van al die schulden gemiddeld 8 jaar is en de rente 1% stijgt, wordt er dus een verlies genomen door de huidige bezitters van 8% * 80.000.000.000.000 = USD 6.400 mrd, meer dan de totale QE-programma’s van de FED en ECB samen!

Blijf dus vooral weg bij obligaties, zeker als ze langlopend zijn, tenzij je denkt dat de rente weer gaat dalen. Daar lijkt het voorlopig echter niet op. Zowel de ECB als vooral de Fed, zijn bezig te ‘normaliseren’. Daar hoort zowel een hogere korte als lange rente bij. Het geeft de Centrale Banken ook weer wat speelruimte op het moment dat er weer een recessie voor de deur staat. Alle reden om te veronderstellen dat de rente niet duurzaam zal terugzakken.

Goed weekend en veel leesplezier!

Bernard

 

Week  27 – Overzicht

 

Rentevrees en olie drukken op beurzen

De Europese aandelenbeurzen gingen vrijdag opnieuw omlaag, maar eindigden vlak. Koersverliezen onder de oliebedrijven en de stijgende rentes op de obligatiemarkten zorgden voor terughoudendheid onder beleggers. De prijs van Brent-olie zakte in twee dagen zo’n USD 3 USD naar 46,80. Ook werd gelet op de G20-bijeenkomst in Hamburg.

 

Banengroei in VS trekt stevig aan

De werkgelegenheid in de Verenigde Staten is in juni flink sterker toegenomen dan in de voorgaande maand. Er kwamen afgezien van de landbouwsector per saldo 222.000 banen bij, blijkt uit een vrijdag gepubliceerd maandrapport over de arbeidsmarkt van de Amerikaanse overheid.

In mei werden in ’s werelds grootste economie nog een herziene 152.000 banen gecreëerd. Aanvankelijk was voor die maand een aantal van 138.000 gemeld. Economen rekenden voor juni gemiddeld op een aanwas van 178.000 arbeidsplaatsen.

De werkloosheid is ondanks de sterke banengroei iets toegenomen, van 4,3 procent naar 4,4 procent. Dat komt doordat de aantrekkende arbeidsmarkt steeds meer mensen verleidt om actief op zoek te gaan naar werk. Alleen werkzoekenden worden meegenomen in het werkloosheidscijfer.

 

Inflatie blijft stabiel op 1,1 procent

Consumenten betaalden in juni 1,1 procent meer voor goederen en diensten dan in dezelfde maand een jaar geleden. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. Een maand eerder was de prijsstijging ten opzichte van vorig jaar even hoog.

 

Economische groei OESO-gebied omlaag

De economische groei in de 35 landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is in het eerste kwartaal van dit jaar afgezwakt in vergelijking met de voorgaande periode. Dat maakte de OESO donderdag bekend op basis van een nieuwe raming.

De groei in het OESO-gebied kwam uit op 0,5 procent op kwartaalbasis, tegen 0,7 procent in de voorgaande periode. Binnen de zeven grootste economieën van de OESO was met name in Groot-Brittannië sprake van een tragere groei. Ook in de Verenigde Staten zwakte de groei af. In Canada, Duitsland en Italië trok die juist aan. Japan bleef gelijk.

 

Iets tragere groei dienstensector China

De dienstensector in China is in juni iets minder sterk gegroeid dan een maand eerder. Dat bleek woensdag uit de inkoopmanagersindex van marktonderzoekers Caixin en Markit.

De inkoopmanagersindex voor de dienstenindustrie noteerde een stand van 51,6, tegen 52,8 in de voorgaande maand. Een niveau van 50 of minder duidt op krimp.

De samengestelde index, met ook de industrie, liet volgens de onderzoekers voor juni een stand zien van 51,1, tegen 51,5 in mei.

 

Dienstensector eurozone groeit minder sterk

De bedrijvigheid in de dienstensector van de eurozone is in juni iets minder sterk gegroeid dan in mei. Dat blijkt uit definitieve cijfers van marktonderzoeker Markit.

De inkoopmanagersindex, die de bedrijvigheid weerspiegelt, kwam uit op 55,4, tegen 56,3 een maand eerder. Bij een voorlopige raming werd een stand gemeld van 54,7. Een stand boven 50 duidt op groei, daaronder op krimp.

De graadmeter voor de Duitse dienstensector liet een minder sterke groei zien, net als de Franse en Britse index.

 

Groei industrie eurozone nog iets sterker

De bedrijvigheid in de industrie van de eurozone heeft in juni een nog iets sterkere groei laten zien dan eerder werd gedacht. Dat meldde marktonderzoeker Markit maandag op basis van definitieve cijfers.

De inkoopmanagersindex voor de industrie in het eurogebied kwam uit op een stand van 57,4, tegen 57 in mei. Bij een voorlopige raming werd een niveau gemeld van 57,3 en economen hadden gemiddeld verwacht dat dit cijfer gehandhaafd zou worden. Een niveau van 50 of meer wijst op groei.

Volgens Markit ging het groeitempo van de industrie in Duitsland iets sterker omhoog dan eerder gemeld, terwijl in Frankrijk een iets tragere groei was te zien.

In Groot-Brittannië was in juni sprake van een minder sterke groei van de industrie dan in mei. Daar zakte de inkoopmanagersindex naar het laagste punt in drie maanden.

Wil je direct op de hoogte zijn van het laatste beursnieuws?

Schrijf je nu in voor onze gratis nieuwsbrief en mis niks!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.