Valuta: euro onder druk
De euro noteerde vrijdag lager na teleurstellende inkoopmanagersindices uit de eurozone en het VK.
“We zagen de euro-index op deze cijfers vrijdag met 0,36 procent omlaag gaan”, aldus valutahandelaar Paul Erdmann van valutabroker Ebury vrijdag tegen ABM Financial News. “Het lijkt er op dat de verzwakking in de groei van de diverse economieën de ECB zou kunnen inspireren tot aanpassingen in de beleidsrente”, aldus Erdmann.
Onderliggend bleek wel dat in juni de maakindustrie in de muntunie de prijzen na veertien maanden weer verhoogde en de Duitse dienstensector de tarieven nog meer verhoogde dan het in mei al deed.
Erdmann schat in dat de markt geleidelijk aan de aandacht richt op de Franse parlementsverkiezingen van 30 juni en 7 juli. Op een wat kortere termijn is de Amerikaanse kerninflatie over mei van volgende week vrijdag 28 juni een belangrijk richtpunt voor de markt.
Donderdag waren er twee Fed-prominenten met speeches. Voorzitter Neel Kashkari van de Minneapolis-Fed, die regelmatig de verwachtingen voor een renteverlaging tempert, signaleerde in een speech bij de Michigan Bankers Association lichte tekenen van economische afkoeling in de Amerikaanse economie. “Maar de economie blijft onderliggend in goede vorm.”
Daar voegde hij dan ook weer aan toe dat het nu wel heel moeilijk valt vast te stellen hoe de economie zich zal ontwikkelen. Zijn rentevisie bleef donderdag ongewijzigd: “Wat er met de rente gebeurt, hangt helemaal af van wat er met de economie gebeurt.” Kashkari heeft momenteel geen stemrecht.
Thomas Barkin, voorzitter van de Fed van Richmond, stelde donderdag in een speech bij de Risk Management Association, dat het huidige renteniveau volstaat om de inflatie verder omlaag te krijgen, hoewel de afname momenteel wel wat stagneert, ofschoon het inflatiecijfer over mei bemoedigend was. Hij gaf aan dat het in de huidige cyclus langer kan duren dan in eerdere cycli voordat de beleidsrente effect heeft. Barkin heeft wel stemrecht.
De euro noteerde vrijdag 0,1 procent lager op 1,0690 dollar met een voorlopig laagste punt op 1,0672 dollar. De Europese munt noteerde 0,1 procent lager op 0,8450 Britse pond. Het Britse pond daalde 0,1 procent en noteerde op 1,2653 dollar.
