ECB houdt koers
De Europese Centrale Bank heeft donderdag zoals verwacht de rentes ongemoeid gelaten en ook het recent verhoogde opkoopprogramma van obligaties gehandhaafd. Dit bleek uit het rentebesluit van de ECB.
Natuurlijk herhaalde de centrale bank de bereidheid om indien nodig het monetaire beleid verder te versoepelen.
De belangrijkste beleidsrente bleef ongemoeid, op 0,00 procent en de strafrente op 0,25 procent. De depositorente bleef staan op 0,50 procent negatief. De ECB zal de rente niet verhogen tot de inflatie “robuust” oploopt naar de doelstelling van 2 procent, klonk de gebruikelijke toezegging deze keer.
De herhaalde toezegging dat “gunstige financieringsvoorwaarden” behouden blijven, stellen obligatiebeleggers gerust dat de dynamiek waarin de ECB als onvermoeibare koper enige verkoopdruk wegneemt, het zogenaamde ‘crowding’, in stand blijft.
Volgens Franck Dixmier van Allianz hebben beleggers de “zeer duidelijke” wegenkaart die de ECB in december ontvouwde heel goed begrepen. Dat bleek volgens hem uit de marktreactie op recente politieke onrust in Italië, die tot weinig spanningen op de markt voor staatsleningen leidt.
Valutabeleggers kijken volgens ING vooral uit naar eventuele uitspraken van de ECB-voorzitter Christine Lagarde in de begeleidende persconferentie over de kracht van de euro, maar de bank verwacht dat de ECB niet al te veel bezorgdheid zal laten merken over de relatief hoge huidige koers van 1,21 dollar.
Commerzbank voorspelde ook geen nieuwe uitspraken over de eurokoers, die over zijn hoogtepunt heen lijkt. De centrale bank kan de duurdere euro tegenover de dollar geloofwaardig toeschrijven aan dollarzwakte.
Voor de obligatiemarkt werden ook geen belangrijke vingerwijzingen voorzien bij Commerzbank, voor wat betreft de plannen voor het opkoopprogramma van obligaties, het zogeheten pandemic emergency purchase programm of kortweg PEPP, dat de ECB in december ophoogde met 500 miljard euro tot 1.850 miljard euro in totaal.
De euro steeg direct na het rentebesluit tot 1,2155, met ongeveer 0,4 procent. De bundfuture stond 0,1 procent lager.
