Toegang tot al onze analyses en koopstips? Word abonnee
AEX
AMX
BEL20
NAS100
US30
Bekijk realtime koersen

DGA: Excessief lenen onder vuur

DGA: Excessief lenen onder vuur
15 jul 2019 om 13:06

Wetsvoorstel fiscale beperking lenen bij de eigen bv

De directeur grootaandeelhouder (DGA) geniet over het algemeen salaris uit zijn bv en op termijn ontvangt hij mogelijk uitkeringen op grond van een bij de bv ondergebracht pensioen of oudedagsverplichting. Als de DGA in zijn rol als aandeelhouder daarnaast over de winstreserves in zijn bv wil beschikken, heeft hij in beginsel twee mogelijkheden: lenen van de bv of dividend uitkeren.

Dividenduitkeringen worden in de inkomstenbelasting in box 2 belast met aanmerkelijkbelangheffing. Het huidige tarief hiervoor bedraagt 25%. In 2020 wordt dit tarief verhoogd naar 26,25% en naar 26,9% in 2021.

In de praktijk wordt vaak gekozen voor het lenen bij de eigen bv om de belastingheffing in box 2 uit te stellen, of om de financiële- e/o fiscale structuur te optimaliseren. Daarbij kan worden gedacht aan het lenen voor de eigen woning, maar ook voor een tweede woning of een lening in de vorm van een rekening-courant. Een oplopende rekening-courant ontstaat veelal doordat met opnamen vanuit de bv in een aanvulling op het besteedbaar inkomen wordt voorzien.

Belangrijk is dat een lening bij de eigen bv wordt aangegaan tegen zakelijke voorwaarden. Indien er sprake is van een onzakelijke lening wordt deze door de fiscus mogelijk als verklapte dividenduitkering gezien, met heffing in box 2 en eventuele boete tot gevolg. Het is niet alleen van belang dat de gemaakte afspraken zakelijk zijn, maar ook dat deze afspraken worden nageleefd.

Wetsvoorstel

Op 4 maart jl. heeft de Staatssecretaris van Financiën de concepttekst van de ‘Wet excessief lenen bij de eigen bv’ ter consultatie gepubliceerd. Naar verwachting wordt dit wetsvoorstel in de zomer ingediend bij de tweede kamer. Met de komst van deze wet wordt het tijdstip van belastingheffing aangesloten op het moment waarop de DGA in privé feitelijk kan beschikken over de gelden in de bv. Hierdoor wordt volgens het kabinet het belastinguitstel en mogelijk -afstel door de DGA over deze gelden voorkomen.

Volgens dit wetsvoorstel zal een DGA in box 2 belasting moeten gaan betalen voor zover er, al dan niet samen met de partner, meer dan € 500.000,- wordt geleend bij de eigen bv. Dit zal gelden voor zowel zakelijke als onzakelijke leningen. Deze maatregel gaat in per 1 januari 2022 en zal voor het eerst worden getoetst op 31 december 2022. De fiscale beperking is ook van toepassing op met de belastingplichtige verbonden personen, zoals bijvoorbeeld kinderen van de DGA.

Voor eigen woningschulden geldt de beperking niet, voor zover er ter zake van de schuld recht van hypotheek is gevestigd. Er is een overgangsmaatregel voorgesteld voor bestaande eigen woningschulden in box 1. Voor op 31 december 2021 bestaande eigen woningschulden geldt deze maatregel van hypotheekvestiging niet. Als de eigen woningschuld niet meer voldoet aan de fiscale kwalificatie voor box 1 (bijvoorbeeld na verloop van 30 jaar) dan vervalt de uitzondering. Om te voorkomen dat de maatregel kan worden omzeild, vallen ook schulden die niet letterlijk, maar wel feitelijk direct of indirect bij de bv zijn aangegaan onder de regeling.

Nieuwe belasting DGA

Samenvattend wordt een DGA, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, straks dus belast voor zover hij (samen met zijn partner) meer dan € 500.000,- leent van zijn bv en het geen eigen woningschuld is. Het bovenmatige deel van de schuld wordt jaarlijks aan het eind van het jaar vastgesteld en in box 2 belast. Waarbij er is gekozen voor een systematiek om het eerder belaste leningdeel niet nogmaals mee te nemen in de bepaling van het bovenmatige deel van de schuld.

Zoals het er nu naar uitziet, zal het in aanmerking genomen voordeel, anders dan bij een echte dividenduitkering de waarde van de aandelen in de bv niet verlagen, zodat er met uitzondering van het jaar 2022, sprake is van dubbele heffing bij toekomstige voordelen bij vervreemding van de aandelen. Ook wanneer bovenmatig lenen wordt vastgesteld, hierover is afgerekend en de schuld later wordt terugbetaald door middel van een dividenduitkering, lijkt zich dubbele heffing voor te doen.

Omdat het eerste toetsmoment naar alle waarschijnlijkheid ‘pas’ eind 2022 is, is er nog drie jaar de tijd om schulden te herfinancieren. Toch kan het raadzaam zijn om hier alvast op voor te sorteren. De oplossing kan worden gezocht in het herfinancieren van de lening(en) bij een bank e/o het uitkeren van dividend.

De oplettende lezer heeft kunnen signaleren dat de belastingheffing over dividenduitkeringen na 2019 zal toenemen. Ter indicatie; het aflossen van een lening van € 100.000,- uit een dividenduitkering kost in 2019 ruim € 33.000,- aan box 2-heffing, ten opzichte van € 37.000,- in 2021 en daarna. Wanneer dividend wordt uitgekeerd, kan dit daarom wellicht beter in 2019 dan in 2020 of later worden gedaan. Let wel, het uitkeren van dividend zal veelal het vermogen en de belastingheffing in box 3 doen toenemen. Welke oplossingsrichting de voorkeur geniet, is uiteraard afhankelijk van de specifieke situatie.

Ondanks dat er sprake is van een conceptwetsvoorstel, is het advies is de ontwikkelingen te blijven volgen en zo nodig tijdig tot actie over te gaan.

Wil je direct op de hoogte zijn van het laatste beursnieuws?

Schrijf je nu in voor onze gratis nieuwsbrief en mis niks!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.