Olieprijs stijgt verder

De olieprijs is vrijdag gestegen. Bij een settlement van 76,32 dollar werd een vat West Texas Intermediate ruim een procent duurder. Op weekbasis werd een vat WTI iets goedkoper.
De olieprijs krijgt momenteel steun door de verwachte productieverlaging in Rusland en een toenemende vraag vanuit China, volgens marktkenners.
Rusland verlaagt de productie vanaf maart met 500.000 per dag. Dat kan de prijzen een impuls geven, volgens Commerzbank.
Eerder op de dag zakten de olieprijzen even weg, toen bekend werd dat de inflatie in de Verenigde Staten in januari is opgelopen. De voor de Federal Reserve belangrijke PCE-kerninflatie kwam uit op 4,7 procent, waar 4,4 procent werd voorzien en na een stijging van de kernprijzen met 4,6 procent in december.
Daarmee is dit weer een datapunt dat de zorgen over de mogelijke hardnekkigheid van de huidige Amerikaanse inflatie onderstreept.
De PCE “voedt nu verwachtingen dat de Fed de beleidsrente verder moet verhogen dan eerder gedacht, en/of langer op een hoog niveau zal moeten houden”, aldus marktanalist Bas van Geffen van Rabobank.
Het nieuws wakkerde de rentevrees bij beleggers aan en gaf de dollar een impuls.