Amerikaanse consumentenprijzen stijgen minder dan verwacht
De consumentenprijzen in de Verenigde Staten zijn in september minder hard gestegen dan verwacht. Dit bleek vrijdag uit cijfers van het Amerikaanse ministerie van Arbeid.
De algemene prijzen stegen in september met 0,3 procent, na een inflatie van 0,4 procent in de maand ervoor. Er werd voor september ook gerekend op een inflatie van 0,4 procent.
De kernprijzen stegen in september op maandbasis met 0,2 procent en dat was ook iets beter dan de stijging van 0,3 procent die werd verwacht. In augustus stegen de kernprijzen ook met 0,3 procent.
De kerninflatie kwam op jaarbasis uit op 3,0 procent en daarmee onder de verwachting en het cijfer in september van 3,1 procent.
De algemene inflatie liep in september op naar 3,0 procent, van 2,9 procent in augustus en 2,7 procent in de twee maanden daarvoor.
In september stegen de energieprijzen met 1,5 procent en de voedselprijzen met 0,2 procent.
De Federal Reserve streeft naar een prijsstabiliteit van 2,0 procent. De Fed komt volgende week met zijn rentebesluit.
De data verschenen vrijdag ondanks de overheidssluiting in de Verenigde Staten, die al ruim drie weken duurt. Actuele inflatiecijfers waren nodig om bijvoorbeeld de uitkeringen van Amerikanen precies te kunnen berekenen.
Volgens beleggingsstrateeg Frank Vranken van Bank Edmond de Rothschild kan de aanhoudende shutdown de volgende publicatie wellicht met maanden uitstellen.