Valuta: centrale banken blijven dominante factor
De banencijfers uit de VS over augustus, plus toespraken van twee leden van de Federal Reserve, zorgden vrijdag voor behoorlijk wat volatiliteit op de valutamarkten. Dit schreven analisten van ING maandag in een rapport.
En ondanks het banenrapport en de toespraken is het nog altijd onduidelijk of de Fed op 18 september de rente met 25 of 50 basispunten zal verlagen.
De focus zal deze week dan ook verschuiven naar de Amerikaanse inflatiecijfers op woensdag en het rentebesluit van de ECB op donderdag. Misschien wel het belangrijkste voor de valutamarkten is dinsdagavond het eerste televisiedebat tussen presidentskandidaten Donald Trump en Kamala Harris. De slechte prestaties van Joe Biden in het vorige debat eind juni betekenden een omslag in de peilingen in het voordeel van Trump en een stevigere dollar, aldus de analisten van ING.
Woensdag is het tijd voor de Amerikaanse inflatie. Voor de kerninflatie wordt een gematigde stijging van het prijspeil van 0,2 procent op maandbasis verwacht.
Dan is het donderdag aan de ECB. Hier lijkt een verlaging met 25 basispunten een uitgemaakte zaak, terwijl de update van de driemaandelijkse prognose waarschijnlijk de meeste aandacht zal opeisen. Elke grote neerwaartse bijstelling van de inflatievoorspellingen van vorig jaar zou de euro kunnen treffen, maar dat er een neerwaartse bijstelling komt, is verre van zeker, aldus ING.
Dit alles betekent waarschijnlijk dat de dollar voorlopig in een kleine bandbreedte blijft. ING heeft al eerder opgemerkt dat de seizoenspatronen in september doorgaans positief zijn voor de dollar, wellicht als gevolg van de betalingstermijnen voor de Amerikaanse vennootschapsbelasting gedurende deze maand, aldus de analisten van de bank.
Rond de klok van 131:00 uur noteerde de euro/dollar lager op 1,1040. De dollar won ook terrein ten opzichte van de Japanse yen en noteerde op 143,69, terwijl het Britse pond ten opzichte van de dollar daalde naar 1,3079.