Nederlandse consumptie stijgt in april
Nederlandse consumenten hebben in april 14,8 procent meer uitgegeven dan een jaar eerder. Dit meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag.
In maart was er nog sprake van een stijging van 11,2 procent en in februari van 13,4 procent.
De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen.
Vorig jaar golden er in april nog coronamaatregelen.
Consumenten hebben in april, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, ruim 27 procent meer uitgegeven aan diensten, zoals telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen, een bezoek aan de kapper, een restaurant of een voetbalwedstrijd, dan in april 2021. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.
In april hebben consumenten ruim 8 procent meer besteed aan duurzame goederen dan in april 2021. Vooral aan kleding, schoenen en elektrische apparaten hebben ze meer uitgegeven. Vorig jaar ondervonden vooral niet-essentiële winkels nog hinder van coronamaatregelen.
Gecorrigeerd voor prijsveranderingen hebben consumenten bijna 2 procent minder gespendeerd aan overige goederen, zoals energie en water dan in april 2021. Consumenten hebben wel meer besteed aan persoonlijke verzorgingsproducten dan een jaar eerder. Consumenten verbruikten minder energie, maar hebben aan persoonlijke verzorgingsproducten meer besteed dan een jaar eerder. Ten slotte hebben consumenten ruim 5 procent minder besteed aan voedings- en genotmiddelen dan in april 2021.