Uitgelicht: Philips zorgt voor onzekerheid met terugroepacties

Het aandeel Philips heeft de afgelopen weken een flinke knauw gekregen, ondanks dat de cijfers over het tweede kwartaal iets beter dan verwacht waren.

Maar met twee terugroepacties heeft Philips het vertrouwen danig op de proef gesteld, zo blijkt.

In het tweede kwartaal boekte Philips een omzet van 4,2 miljard euro. Er was door analisten ook gerekend op een omzet van krap 4,2 miljard euro. Een jaar eerder bedroeg de omzet 4,4 miljard euro, maar dat was inclusief de omzet uit de inmiddels verkochte divisie Huishoudelijke Apparaten. Zonder deze aan Hillhouse Capital verkochte tak kwam de omzet vorig jaar in het tweede kwartaal uit op iets minder dan 4 miljard euro.

Op een vergelijkbare basis steeg de omzet afgelopen kwartaal met 9 procent. Analisten rekenden hier op 7,3 procent. De stijging bij Personal Health was het grootst met maar liefst 33 procent. Hier lag de raming van de analisten op 27,6 procent.

De andere twee divisies, Diagnosis & Treatment en Connected Care, boekten respectievelijk een groei van 16 procent en een afname van 16 procent. Volgens de consensus zou dit een groei én een krimp op vergelijkbare basis zijn van 15,8 procent.

Philips presenteerde een aangepaste EBITA van 532 miljoen euro, tegen 390 miljoen euro een jaar eerder, met een marge van 12,6 procent. Analisten rekenden op een winst van 519 miljoen euro met een marge van 12,4 procent.

Onder de streep restte een winst van 153 miljoen euro. Vorig jaar boekte Philips een winst van 210 miljoen euro en de raming van analisten lag op 113 miljoen euro.

Verder meldde Philips een daling van de vergelijkbare orderinstroom van 15 procent, maar daar stond wel een “sterke” dubbelcijferige instroom bij Diagnosis & Treatment tegenover. De instroom bij Connected Care daalde, maar wel na een enorme groei van 167 procent in het tweede kwartaal als gevolg van het uitbreken van de coronacrisis.

Kortom, cijfers die geen sterke koersdaling rechtvaardigen. En ook de door Philips afgegeven outlook doet dit niet, hoewel het bedrijf wel iets voorzichtiger werd over de marge-ontwikkeling.

Philips rekent voor dit jaar nog altijd op een vergelijkbare omzetgroei van enkele procenten tot circa 5 procent. Daarnaast mikt Philips op een stijging van de aangepaste EBITA-marge met 60 basispunten. Dat is aan de onderkant van de eerder gecommuniceerde bandbreedte van 60 tot 80 basispunten.

De consensus opgesteld voor de laatste kwartaalcijfers, voorziet voor heel 2021 een vergelijkbare omzetgroei van 2,4 procent met een aangepaste EBITA-marge van 13,7 procent.

Terugroepactie

Waar de kwartaalcijfers van Philips niet per se een koersval rechtvaardigen, doen twee recente terugroepacties van beademingsapparatuur dat mogelijk wel.

De Nederlandse specialist in medische apparatuur riep in juni 3 tot 4 miljoen Dreamstations, ademhalingsondersteunende apparaten terug, omdat het schuim dat wordt gebruikt om het geluid van de machines te dempen kleine deeltjes kan uitstoten die de luchtwegen irriteren. De vrijgekomen gassen kunnen ook giftig zijn of mogelijk zelfs kanker veroorzaken, meldde Philips destijds.

Zowel in het eerste als in het tweede kwartaal trof Philips voor deze problemen een voorziening van 250 miljoen euro, waardoor de totale kosten van de terugroepactie op ongeveer een half miljard euro worden geschat.

Daarnaast bleek recent dat ademhalingsapparatuur van Philips die in ziekenhuis wordt gebruikt mogelijk te weinig zuurstof toedient zonder hiervoor voldoende te waarschuwen. Het gaat om een veiligheidsmelding voor een deel van de V60 beademingsapparaten. Het betreft ongeveer 22.000 apparaten wereldwijd en heeft geen relevante financiële impact, aldus Philips.

“Deze terugroepactie is veel kleiner, maar komt bovenop de terugroepactie voor de Dreamstations […] De timing is erg ongelukkig. De meeste divisies van Philips presteren zeer goed, maar het [bedrijf] heeft nu tegelijkertijd twee Klasse 1-terugroepacties lopen, wat het aandeel als belegging waarschijnlijk een tijdje zal gijzelen”, denkt analist Marc Hesselink van ING.

Philips zei bij de halfjaarcijfers vertrouwen te hebben in de toekomst en lanceerde een aandeleninkoopprogramma ter waarde van 1,5 miljard euro. Beleggers lijken daar vooralsnog niet erg van onder de indruk.