Toegang tot al onze analyses en koopstips? Word abonnee
AEX
AMX
BEL20
NAS100
US30
Bekijk realtime koersen

BERNARDS WEEKLY: Iedereen doet wat hij het beste kan

BERNARDS WEEKLY: Iedereen doet wat hij het beste kan
30 okt 2018 om 15:33

Vorige week las ik in het FD een goed opiniestuk van twee Nederlandse economen. Met mijn werktuigbouwkundige achtergrond kan ik goed zien dat economie geen exacte wetenschap, maar een sociale wetenschap is.

De heren Brakman en Witteloostuijn die dit stuk hebben geschreven, geven echter goed de kern aan van het probleem van protectionisme aan de hand van Ricardo’s theorie van ‘comparatieve voordelen’. Ik zou het niet beter kunnen schrijven. Op de website van het FD staan tientallen reacties op dit stuk. Het meest interessante daaraan is, dat iedereen zijn eigen gelijk eruit haalt of met allerlei niet ter zake doende argumenten komt (meestal om het stuk af te kraken). Het grootste probleem van begrip van wetmatigheden, is dat de zuiverheid van de wet wordt vermengd met andere zaken en er daardoor geen discussie meer mogelijk is. Weliswaar staat een wet op niet ‘op zich’ en wordt het altijd beïnvloed door andere krachtenvelden. Ceteris Paribus, voor het overige gelijk, bestaat in de werkelijkheid niet. En toch is er een werkelijkheid. Daarom kan iedereen het zijne erover zeggen.  

Verder was het deze week natuurlijk flink afglijden met hobbels op de markten. Al maanden zijn er signalen van een afkoelende economie (echter geen recessie) en een handelsoorlog helpt ook niet, evenals de populistische Italianen, die het wordt ‘concessione’ niet kunnen uitspreken. Onderstaand ook een FD-opinie van vandaag waarin een oud Goldman Sachs voorman (ja, het Goldman Sachs dat de Grieken in de vernieling hielp) het opneemt voor de Italianen. Wel heerlijk om eens een geluid te vernemen dat niet met de wolven mee resoneert.

Goed bedrijfsnieuws wordt inmiddels niet zo positief meer opgepakt als een slecht bedrijfscijfer negatief. (Denk dan aan Kahneman-Tverky en de Prospecttheorie (of inmiddels wet), die verklaart dat we verlies veel zwaarder wegen dan een winst van dezelfde orde). En dat terwijl de vooruitzichten nog steeds groei opleveren. Dat heet nu negatief sentiment en het betekent (vermoed ik) dat het voor het jaareinde weer goedkomt. Het sentiment zal weer bijdraaien. Ook dokter Draghi van de ECB ziet geen reden om het beleid van QE-afbouw aan te passen. Zelfs Tesla maakt winst! (al vind ik dat wel weer heel toevallig na de vele affaires van de laatste tijd.)  Zittenblijven of bijkopen dus. In ieder geval de komende week weer veel relevante Macro-cijfers.

Bernard

Week 43
‘Economie eurozone groeit, maar minder snel’

De economie van de eurozone groeit door, ook al zijn de cijfers ,,iets zwakker dan verwacht”. Dat zei president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank (ECB) in een toelichting op het rentebesluit van donderdag. Volgens de Italiaan zijn de risico’s voor de economie ,,overwegend in balans”. De ECB-beleidsmakers hebben vertrouwen dat de kracht van de economie de inflatie vooruithelpt naar een niveau net onder de 2 procent. In september nam de geldontwaarding licht toe naar 2,1 procent op jaarbasis van 2 procent een jaar eerder, wat voornamelijk door hogere prijzen voor energie en voedsel werd veroorzaakt. Draghi verwacht dat de inflatie de komende periode rond dat niveau blijft.

De ruzie tussen Italië en de Europese Commissie heeft volgens Draghi vooralsnog geen grote gevolgen voor de economie van de eurozone. De ECB-president denkt dat Brussel en Rome uiteindelijk tot een oplossing kunnen komen, al moet de Italiaanse regering zich volgens Draghi wel aan de begrotingsregels houden.

Gratis geld lenen

De centrale bank herhaalde tot zeker na de zomer van 2019 vast te houden aan de huidige zeer lage rentetarieven. De herfinancieringsrente blijft 0 procent. Dat betekent dat banken gratis geld kunnen lenen bij de ECB. De depositorente staat op min 0,4 procent. Als banken geld in Frankfurt stallen, leggen ze daar dus geld op toe.

Door persbureau Bloomberg gepolste economen verwachten in doorsnee pas in september volgend jaar een eerste renteverhoging. De ECB herhaalde ook dat eind december het opkoopprogramma voor obligaties wordt stopgezet. Vanaf deze maand is het maandelijkse aankoopbedrag al verlaagd van 30 miljard euro naar 15 miljard euro. Na afloop van het opkoopprogramma blijft de bank de terugbetaalde bedragen voor langere tijd herinvesteren.

 Populisten begrijpen niks van Ricardo, en dat is gevaarlijk- Opinie -FD

Opinie | Steven Brakman en Arjen van Witteloostuijn zijn als hoogleraar economie verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Vrije Universiteit Amsterdam

Het verhaal gaat dat wiskundige Stan Ulam eens vilein aan econoom en Nobel-laureaat Paul Samuelson vroeg: ‘Noem mij één wetmatigheid uit de sociale wetenschappen die waar is en niet triviaal.’ Samuelson gaf een kort antwoord: ‘Ricardo’s theorie van comparatieve voordelen.’

Deze theorie is de reden waarom economen sterk gekant zijn tegen Trumpiaans protectionisme. Internationale handel stelt landen in staat zich te specialiseren door gebruik te maken van de mondiale arbeidsverdeling: een land legt zich toe op wat het relatief het beste kan en importeert de rest. Het woord ‘relatief’ is cruciaal. De implicatie daarvan wordt vaak niet begrepen, met economische onzin tot gevolg.

Lionel Messi is een briljante voetballer en hij kan waarschijnlijk ook veel sneller grasmaaien dan de terreinbeheerder van FC Barcelona, die ook nog eens een matige voetballer is. Toch is het handig de terreinopzichter te laten maaien, zodat Messi zich volledig kan toeleggen op het voetbal en daardoor nog beter kan worden. Dit principe geldt ook tussen landen. Het gaat niet om absolute verschillen in kunde en onkunde, maar om relatieve. Daarom heeft de theorie van Ricardo ook betrekking op comparatieve voordelen.

Lionel Messi kan waarschijnlijk sneller grasmaaien dan de terreinknecht van Barça, toch is het beter dat hij zich toelegt op voetbal. Ondanks dit fundamentele inzicht staat economische globalisering onder druk. De Amerikaanse president Donald Trump spreekt van oneerlijke handel en voert een protectionistische kruistocht tegen de rest van de wereld. Andere landen zijn genoodzaakt met gelijke munt terug te betalen. Trump staat niet alleen. Elk land heeft wel een politicus die soortgelijke sentimenten naar voren brengt. De onderbouwing hiervan laat vaak te wensen over, maar om minstens twee redenen is het toch goed naar de Trumpianen te luisteren.

Ten eerste kent globalisering een hardnekkige groep echte verliezers. Dat is anders dan vroeger. Met name in het Westen heeft handel de afgelopen tweehonderd jaar enorme welvaart gebracht. De transportrevolutie, begonnen in de 19de eeuw en in feite nog steeds bezig, maakte efficiënte internationale handel mogelijk, en de Wereldhandelsorganisatie heeft lange tijd escalatie van protectisme weten te voorkomen. Al die tijd waren er winnaars en verliezers. De laatsten vooral in krimpende invoersectoren, de winnaars in groeiende.

Verliezers hebben het nooit makkelijk gehad, maar nog nooit zo moeilijk als nu. Vroeger kon een opzichter in de textiel een soortgelijke baan in de metaal krijgen, maar dat gaat steeds lastiger. Door automatisering en toenemende fragmentatie van het productieproces, in combinatie met de verplaatsing van bedrijfsonderdelen naar het buitenland, verdwijnen niet zozeer sectoren als geheel, maar vooral bepaalde bedrijfsonderdelen en beroepsgroepen over alle sectoren heen. Vluchten kan niet meer.

Ten tweede staat globalisering symbool voor een toenemend besef van controle verlies over het eigen bestaan. De toestroom van buitenlanders zorgt ervoor dat het sociale landschap sterk verandert. De zekerheden van weleer verdwijnen. Banen voor het leven bestaan bijna niet meer. Open grenzen zijn verantwoordelijk voor concurrentie op terreinen waar dat vroeger nauwelijks denkbaar was, denk aan de Poolse vrachtwagenchauffeur.

Automatisering en de verplaatsing van bedrijfsonderdelen naar het buitenland leidt ook binnen organisaties tot grote veranderingen. De vaste baan wordt vervangen door een flexcontract op een flexplek. De concurrentie van alle kanten leidt vaker tot strakke en armoedige prestatiecriteria die tot een hogere productie moeten leiden.

Schaalvergroting wordt vaak gezien als het antwoord op deze concurrentieslag. Maar dat is een groot en schadelijk misverstand. Grotere organisaties en productie-eenheden leiden vooral tot nog meer regels en nog strakkere prestatiecriteria, waarin niemand zichzelf meer herkent. Het gevolg: de murw geslagen werknemer, die voor de zoveelste keer op haar of zijn eigen functie mag solliciteren, verlangt terug naar de stabiele wereld van vroeger.

Dit geeft de populistische politicus een sterk retorisch wapen in handen: het kwaad komt uit het buitenland en is makkelijk te identificeren (de Poolse vrachtwagenchauffeur). De oplossing lijkt simpel: de grenzen dicht! Deze boodschap slaat aan in de Verenigde Staten, blijkens de verkiezing van Trump tot president, en het Verenigd Koninkrijk, blijkens de uitslag van het brexitreferendum. Bij ons is de relatieve populariteit van PVV, FvD en SP ook een teken aan de wand.

Globalisering

Het wordt nooit meer als vroeger. Vrijwel geen enkel product wordt nog in één land geproduceerd

Maar het sluiten van de grenzen is een illusie. Productieprocessen zijn mondiaal geworden. Vrijwel geen enkel product wordt nog in één land gemaakt. Voor internationale diensten die via internet worden verhandeld bestaan überhaupt geen grenzen meer. Internationale handel en mondiale samenwerking brengen ons bovendien welvaart en producten die we zelf niet kunnen maken. De oplossing moet daarom een andere zijn.

Het alternatief is de moderne werknemer beter voor te bereiden op de nieuwe wereld. Het onderwijs speelt hierbij een centrale rol, want dat is nu nog 19de-eeuws van opzet: je volgt de basisschool, de middelbare school en een vervolgopleiding, waarna je wordt losgelaten op de arbeidsmarkt. Dit voldoet niet meer. Opleidingen moeten permanent, en parallel met de loopbaan worden aangeboden. Het alumnusbeleid beperkt zich dan niet langer tot een vijfjaarlijkse borrel, maar is een strak plan dat duidelijk maakt dat de afgestudeerde nog niet uitgestudeerd is. De wat suffe uitdrukking ‘een leven lang leren’ geeft dit goed weer.

Verder moeten vastgeroeste sociale-zekerheidsarrangementen worden aangepast aan de flexibele werkvormen die met de moderne economie zijn verbonden. Want zoals vroeger, wordt het nooit meer — met of zonder Trump en Wilders.

Steven Brakman en Arjen van Witteloostuijn zijn als hoogleraar economie verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Vrije Universiteit Amsterdam.

 

Agressief afwijzen van begrotingsplannen Italië werkt contraproductief, Opinie – FD

Jim O’Neill is voormalig bestuursvoorzitter van Goldman Sachs Asset Management

De eurozone heeft twee jaar van sterke groei achter de rug, zeker in vergelijking met de teleurstellende prestaties in het verleden. Dit ondanks politieke onrust, nieuwe risico’s in de wereld en ondanks het aangekondigd vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Maar met het aantreden van een populistische regering in Italië is het niet zo zeker dat de eurozone het ergste heeft gehad.

Italië was het eerste land waar ik mij op toelegde toen ik in 1982 de financiële wereld betrad, en daar heb ik een speciale genegenheid voor het land aan overgehouden. Ik werkte destijds voor een grote Amerikaanse bank, en ik herinner me nog de veelvuldige trans-Atlantische telefonische groepsgesprekken over de Italiaanse schuldquote. Iedereen vroeg zich af wanneer het land failliet zou gaan, maar dat gebeurde maar niet. Italië modderde gewoon voort, en dat doet het nog steeds. Maar nu de Italiaanse regering het conflict met de EU schijnt op te zoeken zou het me niet verbazen als er weer zorgen over een bankroet ontstaan.

 Uit mijn ervaring van meer dan 30 jaar blijkt dat de economische problemen van Italië van ver voor de invoering van de euro stammen. Voor een Europees land is de productiviteit er al langere tijd laag, en dat uitte zich in de decennia voor de euro in relatief lage trendmatige groei. Tegelijkertijd legden plotselinge groeispurts regelmatig de kiem voor een crisis, wat vaak leidde tot een devaluatie van de Italiaanse munt, de lire.

‘Italië heeft in deze fase hogere groei nodig, zo simpel is het eigenlijk’

 Natuurlijk wordt er nu hier en daar verlangd naar de tijd dat Italië via devaluaties van de lire de groei kon herstellen. Dat is geen optie meer. Maar wat de pre-euro romantici vergeten is dat het lidmaatschap van de euro Italië een lage inflatie heeft bezorgd, en dus ook lagere rente. Er is trouwens ook reden om aan te nemen dat de devaluaties van de lire meer kwaad dan goed deden. De concurrentiekracht werd wel even gestimuleerd, maar door de devaluaties bleven zwaardere structurele hervormingen achterwege. Die zouden de productiviteit op lange termijn hebben verhoogd.

 Hoge schulden

Er zijn ook mensen die geloven dat het begrotings- en monetaire kader van de eurozone Italië veroordeelt tot lage groei van het nominale bbp, mogelijk te lage inflatie, en hoge schulden. Maar al voor het aantreden van de nieuwe regering viel het met het voor conjunctuurschommelingen gecorrigeerde Italiaanse begrotingstekort vaak best mee in vergelijking met de rest van de eurozone en met de andere leden van de G7. Dat geldt overigens niet voor de onderliggende schuldpositie.

Toch konden de gevestigde politieke partijen die tot het begin van dit jaar in Italië regeerden, niet voor de groei zorgen die het land nodig heeft. Daarom kozen de Italianen een onconventionele coalitie met een programma waarin maatregelen van populistisch rechts met die van populistisch links worden gecombineerd. De Liga belooft de belasting te verlagen, terwijl de Vijfsterrenbeweging (M5S) een soort basisinkomen tot stand wil brengen.

Maar wat Italië nodig heeft zijn brede structurele hervormingen gericht op een hogere productiviteit. Dat is gegeven de demografie van het land de enige manier om een hogere langetermijngroei te bereiken. Naast maatregelen om de arbeidsmarktdeelname van vrouwen te bevorderen moet Italië zorgen voor betere kansen voor jongeren.

De EU zou van haar kant meer moeten doen om Italië te helpen bij de moeilijke stappen die het moet maken. De Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en de Duitse regering vergissen zich met hun eis dat het stabiliteits- en groeipact van de EU strikt moet worden nageleefd, in het bijzonder het maximale begrotingstekort van 3% van het bbp.

 Sommige landen mogen daar in moeilijke tijden bovenuit gaan, maar Italië krijgt daar door zijn hoge schuld bijna nooit de ruimte voor. De ervaring van België en Japan laat evenwel zien dat een hoog tekort alleen door duurzame groei kan worden teruggebracht.

Wat de situatie nog ingewikkelder maakt, is dat sommige hervormingen om de productiviteit op de langere termijn te bevorderen de groei op korte termijn kunnen vertragen. Een regering die zulke maatregelen wil uitvoeren moet dus ruimte hebben voor anticyclisch stimulerend begrotingsbeleid.

Bij het monetair beleid zit ook een probleem. De ECB zou zich wat ruimdenkender kunnen opstellen bij het nastreven van de inflatiedoelstelling van net onder de 2%. Dat doel, samen met het doel van 2% van Duitsland zelf, veroordeelt Italië tot lage inflatie, zelfs als het zou kunnen profiteren van stimulerend beleid.

 ‘Griekse crisis’

Gegeven deze omstandigheden zouden de EU-autoriteiten er goed aan doen om het huidige begrotingsplan van de Italiaanse regering niet al te agressief af te wijzen. Als gematigde democraten zich zorgen maken over een democratisch gekozen populistische regering, dan zouden ze zich nog meer zorgen moeten maken over wat er gebeurt als de economische omstandigheden verslechteren. In deze fase heeft Italië een sterkere groei van het nominale bbp nodig, zo simpel is het.

Er wordt gezegd dat het een vergissing was om Italië tot de eurozone toe te laten. Maar het Duitse en Franse bedrijfsleven stonden erop dat de monetaire unie ook de meer concurrerende bedrijven uit Italië moest omvatten. Toen Italië eenmaal aan de eisen voor toelating voldeed, stond de deur voor andere landen ook open.

Uiteindelijk weet men op de plaatsen waar de begrotings- en monetaire regels van de EU worden bepaald en gehandhaafd donders goed dat de eurozone een ‘Griekse crisis’ in Italië niet zou overleven. Het is hun verantwoordelijkheid om te zorgen dat het niet zo ver komt.

 De week vooruit: welke invloedrijke cijfers worden de komende week gepubliceerd?

Wil je direct op de hoogte zijn van het laatste beursnieuws?

Schrijf je nu in voor onze gratis nieuwsbrief en mis niks!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.